3
3 Me too
Meisjes lachebollen, zonder me too, stralen hun achterwerk extra verleidelijk wiebelend en wandelen gelukzalig verder, kwabbelend bij het strelen van hun oren door niet pijnigend gefluit van jongens; zo een koe, die transcenderend een stier romig met haar tepels exciterend bespuit met leuke bevruchting en geestvernieuwende kalfjes tot gevolg. De meisjes lachen als een paternon op een ijsbaan, lachend leidend en glijdend een ijsje etend. In de woning vol menselijke robotten heerst een gevoel van leegte, ook van volheid: waar is het kunstzinnige in het huis met in het midden de zon, rondom de pen? Het aquarium? De gepapierde batterij? Het wiel? De sluitkunstspier? Het andere huis met in midden lucifers, rondom water, kikkers, kikkerdril? Pleisters, watte, een spiegelei met niks er op? De meisjes glimlachen niet meer: de kunst van een idiote intelligente tekst is kunstzinniger dan een intelligente idiote tekst, wat stommer is dan kunst. Ze keken als kinderloze gezwarte wezens, die een pelikaan kochten. Ze betaalden, kochten een kindje om twee plassende vissen te vissen voor deze pelikaan. Wat verder lachte een aapje naar de blote naakte vrouw met bananen op haar hoofd. De meisjes relativeerden de jongens tot spielereien en aten hen als ondoorbakken spiegeleieren probleemloos in warme wind als jonge konijntjes gebuiteld, getuimeld. In opfleurend plantenbloemengewas, fel kleurend als alle ogenbeklijvende meisjes. De meisjes. Mijn God, God en de meisjes…
Parfum-gesmeurd sjaaltje in regenboogkleuren, mijn lichtend pad, orneerde ik haar; mijn achillespees: mijn vagina. Jij bent mijn fakkel, troetelde mijn linker oorlel. Ze modelleerde mij exciterend. Hoe vermetel schaf ik jou? Zo stout als jij mij spelschaakt. Een man durven ontlippen, dweepte mij pathos. Bloedserieus inkten, ze ringeloorde zichzelf, hielp zichzelf een handje aseksueel. Mijn lief, haar kaken als tomaten roodrond, een goedmutsend snoetje. 2 maand oud kneep ze in mijn handje, liggend in het gras. ik greep vurig met mijn hand haar handje. We waren de 2 mooiste vrouwen van gans de wereld. Zij grapte de clown uit te hangen met haar klompvoeten en danste dat ze er scheef van walste. Ik grapjaste mee zonder op haar 4 te korte tenen te trappen; de kont van de jonkvrouw bewoog in spetterende bewegingen haar billen bloot zonder de muziek op de ritmebalk te volgen; de muzikanten huppelden hun noten de aanhitsende dynamiek van de danseres achterna. Rondtoeterend vrouwelijke verleiding in moedwillig verlies, je nederlands wordt beter, je spraak alzo. Een flamboyante smakelijke vrouw. Zacht vossig gluurde sjakkerde volborstige inploffend getater en getoeter, irriteren, minnigde mij stout en verpatste magnetisch ongenaak - ongenietbare vrouwen een momentum fatale afgepeigerd te relationeren. Ik was nu haar hoelahoep. Ze schaakte zich strakken; neuriënde boomspruitsel bladersprietje een zachtzinnig fluitend liedje fluisterend zapig; haar liedje zoemde zoenend. Pittige niet zoete geur, giechelde: je kietelt mij. dit was mijn bondage en dominance. Ik pluimde met mijn bladerig boomtakje! Ze Proestte gierend vogelvederen. Je hebt fijne schouders, zo fijn als je tenger bent, niet alleen je lichaamstaal aanschouwelijk, ook je spiritualiteit. Overgevoelig; als mijn vingertjes je huidhaartjes zelfs niet raken, openen je vrouwelijke poriën zich in minnige vochtafscheiding; mijn handtoppen zwevend de ziel van je vacht erecteren het subcutane vlies van jou; broosheid. Slank, elegant en pittig, ze praatte zo mooi als ze mooi was, veel. Fine. Ze stak haar tepels vooruit, lachte haar met ijzers omringde tanden bloot; tuitende lippen, ze pruimde haar charmes: ga je er alleen naar toe, ook met je handen in zakken? Duidelijk vrouwelijke overmoed. Ik al even moedig: jij mij een handje helpen geven in broek? Ze giechelde verbeterde mij: in je zakken van ontboezemend lachend g e -_- capituleerde kleurrijke omboezeming. Te geletterd besproken en daarenboven een vrouw; met een bh van stro. Onderaan een rokje, jawel, stro.
Zijn achterwerk in de lucht, ik viste toverend, luretuurde haar schalkse ruiter, slaaf van zijn slaven. Zij, nooit haar snuiter geturegluurd, neusgrinnikte, cijferde minnend gluiperig narcistisch dynamisch. Aangename sinecure. Lief, hè; liever: jij sloeber? Ze zoemde poepsnoepjes. Geslepen uitgekookt slinks kwiek, mijn elfje. Relationeren, ervaring , tegen vrouwelijke wijsheid koekelen. Gretig ridderen: ja. Het moment getopt, een haar in de boter gewaar, of beter, een grote speld, ontsluieren honny boezemen. Een uitleg acadahabrantesque demonstreren, ook ik in staat hem een wederpoets te serveren; knipogend haastig als een kind, bang dat vriendje of vriendinnetje verkregen likstok afsnoept. Diverse antilopes, vrij naar geest als fantastische deernes met een echt gouden hart. Volledige blokkage, een milf cougardvrijgezellin en vrede, rust en vrijheid zinnigen. Bevruchte jaartjes. Ze prepareerde patersglazen met patersbieren. Ze verorberde echte heuse monniken, ze kirde overvierende zieken. Diplomatisch galant verbrodde ik de sfeer niet. Schaamteloos loste ik spelend haar behabeugel. Ik zat er bij, voelde erbij. Drie kwartier later was ik op de hoogte van vier monniken, dronk sociaal ééntje mee. Ik verkeerde in de wolken in een zweem van niet-realiteit in immanentie. Ik stutte, kon handigen op orde troetelen. Charmante bunnie kreeg geen kans een handje te helpen borsten te schikken al naar ze snaarde ..spitsvondig moderne soutien-gorge chique. Als een sluwe vos behendigde ik. Ontfutselen. Waarom flikte naakte huidporiën haar feministische filosofieën en theorieënsprongen lukraak doodleuk onstuimig . Ze hopte mee als in een kudde vee te lanterpanten. Ik tripte haar slipje nederwaarts. Vliegensvlug grispte ze. Te laat. Onzinnig beteuterd in schooierde dampen bereikte ze hogere regionen. Beiden op een verschillende trein, de mijne cirkelt met de zon mee, de hare redigeert tegenwijzerzin. Rondjes cijferen, op honderdtachtig graden, ze zweefde zeefde in voldane onderbewustzijnsstatus.